Misschien kennen jullie ze wel, de buurtsportcoaches en sportpark manager van Nieuwegein, zichtbaar in hun oranje-zwarte trainingspakken en altijd bezig om iedere inwoner van Nieuwegein te verleiden om in beweging te komen. Van 0 tot 100 jaar oud!
Elke week schrijft een van de medewerkers van SportID Nieuwegein een column in De Digitale Nieuwegeiner en op De Digitale Stad Nieuwegein. En zoals dat kán en mág bij een column kan en mag de medewerker, zonder een blad voor de mond te nemen, zijn of haar (al dan niet gepeperde) mening geven over dat wat opvalt, blij maakt of juist irriteert.
Deze week Nikki van Sloten: ‘Binnen het team help ik met het opzetten van activiteiten. Daarnaast ondersteun ik de sportparkmanager bij verschillende projecten voor Sportpark Galecop.’
Nikki: ‘In mijn dagelijks leven, als buurtsportcoach, coach van een meidenvoetbalteam én jongvolwassene, sta ik voortdurend in contact met jongeren. Elk van hen is uniek, boordevol potentie, maar vaak ook worstelend met onzekerheden en prestatiedruk. Dat raakt me, want ik herken mezelf erin.’
‘We leven in een maatschappij waarin de lat vaak hoog ligt. Alles moet sneller, beter, en perfecter. Een sportief weekend, waar ik normaal naar uitkijk, kan soms voelen als een race tegen de klok. In plaats van op te laden, eindig ik soms juist vermoeid. Als ik dat al ervaar, wat betekent dit dan voor de jongeren om me heen?’
De impact van prestatiedruk
Prestatiedruk raakt iedereen: van recreatieve sporters tot topsporters. Denk aan Guus Til en Justen Blok, die openlijk spraken over het tijdelijke verliezen van vreugde in hun sport en dat elke sporter dat weleens heeft, maar niemand er wat over zegt. Datzelfde zie ik in mijn eigen voetbalteam: meiden die hun best doen, willen winnen, maar soms vergeten waarom ze ooit begonnen. ‘Het moet goed zijn,’ zeggen ze.
Of: ‘Ik wil mijn team niet teleurstellen.’ En zo kan plezier langzaam plaatsmaken voor stress.
Ik ken dat gevoel maar al te goed. Die constante drang om beter te zijn, om verwachtingen waar te maken, alsof falen geen optie is. Maar wanneer wordt ‘het beste uit jezelf halen’ te veel van het goede?
Jongeren en verwachtingen
In Nieuwegein zie ik hoe prestatiedruk jongeren in de weg kan zitten. Het begint klein, bijvoorbeeld een gemiste kans in een wedstrijd of een kritische opmerking vanaf de zijlijn, wat vaak van iemand komt die belangrijk voor ze zijn. Maar voor je het weet, wordt presteren een doel op zich.
Toch hoeft prestatiedruk niet altijd negatief te zijn. Een beetje gezonde spanning kan motiveren; dat werkt voor mij ook. Het probleem ontstaat wanneer plezier verdwijnt en sport niet langer een uitlaatklep, maar een bron van stress wordt.
Wat kunnen we doen?
Als coaches, ouders en teamgenoten hebben we een belangrijke rol in het versterken van de mentale weerbaarheid van jongeren. Wat voor mij tijdens het coachen werkt, wil ik graag delen:
1. Ga het gesprek aan
Vraag verder dan het spel: ‘Hoe gaat het écht met je?’ Het antwoord is soms kort, maar het bieden van een luisterend oor maakt vaak al een verschil.
2. Plezier voorop stellen
Bij mijn team leg ik de nadruk op fouten maken en leren. Doelen zijn persoonlijk en haalbaar. Als iets niet lukt, is dat oké. We passen samen het doel aan, zodat het wel behaald wordt.
3. Omgaan met druk leren
Net zoals we fysieke kracht trainen, kunnen we mentale kracht trainen. Denk aan ademhalingsoefeningen, visualiseren wat goed ging, of praten over hoe je je voelt.
4. Rust waarderen
Ik heb zelf geleerd hoe belangrijk rust is. Het klinkt eenvoudig, maar ik moet mezelf er regelmatig aan herinneren. Dat probeer ik ook mijn team mee te geven: soms is een stapje terug doen de beste weg vooruit.
Sport als medicijn, niet als last
Sport heeft de kracht om te verbinden, energie te geven en te laten groeien. Maar als het een bron van stress wordt, verliezen we iets kostbaars. In mijn rol als coach en buurtsportcoach probeer ik een cultuur te creëren waarin mentale gezondheid even belangrijk is als fysieke prestaties.
Laten we jongeren meer zien en horen. Een klein gebaar of een luisterend oor kan al het verschil maken. Zo bouwen we samen aan een generatie die niet alleen fysiek, maar ook mentaal sterker in het leven staat.